#7 Dit is de reden waarom we wereldwijd diep in de schulden zitten
...en de dag dat ik inzag dat het kapitalisme onhoudbaar is
Op een zonovergoten woensdagmiddag in september loop ik op een dijk in Amsterdam-Noord. Bij een piepklein vervallen huisje klop ik aan, maar niemand doet open. Onrustig loop ik heen en weer op zoek naar de deurbel en na enige tijd hoor ik aan de zijkant van het huis met een piepend geluid een tuinhekje opengaan. Een vrouw met lang golvend rood haar en een vriendelijke glimlach komt naar me toe gelopen.
Voor de laatste afleveringen van mijn podcast over de financiële sector heb ik afgesproken met Angela Wigger, Universitair Hoofddocent Politieke Economie en Internationale Betrekkingen aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Ik ben haar op het spoor gekomen door een pakkend stuk dat ze schreef voor de Wiardi Beckman Stichting over het hedendaagse rentenierskapitalisme. Zodoende heb ik contact met haar gezocht en nu sta ik hier.
Éénmaal binnen in het achterhuis bevind ik me in een totaal andere wereld. Niets hier lijkt nog op het krakkemikkige huis dat ik aan de voorkant zag staan. Ik zie een stijlvol ingerichte woonkeuken en een diepe groene tuin met uitzicht op een beekje. Alleen het laagvliegende vliegtuig hier geeft weg dat ik in de hoofdstad verkeer.
We keuvelen wat, ik pak mijn spullen uit en ik zet de recorder aan.
In de drie uur die volgen weet Angela alles wat ik tot dan toe geleerd heb te kanaliseren waardoor ik ineens de grote lijnen zie. Ze is daarbij de eerste die me uitdaagt om niet alleen het neoliberalisme, maar ook het kapitalisme waarbinnen het financiële systeem zich nestelt, te bevragen. Ze leert me zodoende met een helicopterview kijken naar de huidige tijd op een manier waarin geen van de andere vijfenveertig hoogleraren en financieel experts tot dan toe geslaagd is.
Het probleem is; ik spreek haar hiervoor eigenlijk te laat. Door deze onverwachte manier van kijken zit ze ineens aan het fundament van mijn verhaal en ik moet juist toewerken naar een conclusie om de verhaallijn begrijpelijk te houden. Na twee weken ploeteren in de montage, stuur ik haar dan ook onderstaand bericht.
Kill Your Darlings dus. Desalniettemin maak ik de afspraak met mezelf om dit gesprek hoe dan ook een andere plek te geven; in een nieuwe podcastserie of in een andere vorm zoals nu, in een nieuwsbrief.
Hieronder lees je een uiterst gecomprimeerde versie van ons gesprek.
Om te voorkomen dat deze blog een veel te lange transcriptie wordt van het drie uur durende interview, vat ik delen van ons gesprek in mijn eigen woorden samen. Te herkennen aan dit soort schuingedrukte blokjes met tekst.
Wat doet een politiek econoom?
“Voor mensen om te overleven moeten we produceren. We hebben een dak boven ons hoofd nodig, we hebben voedsel nodig en we hebben heel veel andere behoeftes. Die behoeftes vervullen wij door productie van goederen, maar ook door de productie van kennis. Hoe we die productie vormgeven, leidt altijd tot machtsverhoudingen, want we produceren niet alleen, we doen dit als collectief. Ik kijk naar machtsverhoudingen voortkomend uit de kapitalistische productie en hoe die over tijd veranderen.
Simpel gezegd; ik kijk naar wie produceert wat, wanneer en hoe? En tot welke machtsverhoudingen leidt dat.”
Ik begin altijd bij de basis; wat is het kapitalisme?
”Het kapitalisme is een productievorm waar degenen die de productiemiddelen in bezit hebben arbeid inkopen en de vruchten van die arbeid, de resultaten die eruit voortkomen, niet gelijk herverdelen. Dus als werknemer verkoop je arbeid en daarvoor krijg je een salaris. Maar een deel van hetgeen je bijdraagt, krijg je niet uitbetaald; de winst. Dat wordt geaccumuleerd door degene die de productiemiddelen in bezit heeft, door de werkgever. Die dekt hiermee ook risico's af, die heeft reserves nodig, dus daar zit een bepaalde logica in natuurlijk. Maar het is belangrijk om in te zien dat dit een machtsverhouding is en dat die in beginsel ongelijk is. De arbeider heeft automatisch minder macht dan de werkgever, want de winst die geboekt wordt door een onderneming wordt niet gelijkwaardig tussen de arbeider en de werkgever verdeeld.”
“We staan nu wederom op een kantelpunt, zoals we al eerder in de geschiedenis hebben gestaan.”
Hoe zijn machtsverhoudingen verschoven de laatste decennia?
”Als we de huidige tijd willen begrijpen kunnen we heel ver terug in de geschiedenis gaan. Vijfhonderd jaar kapitalisme, hoe dat is ontstaan? Maar laten we inderdaad even naar de naoorlogse periode kijken.
Dat is de tijd van het fordistische productiesysteem, genoemd naar de autofabrikant Henry Ford, waar grote bedrijven opkwamen die massaconsumptiegoederen produceerden. In dit tijdsgewricht ontstonden grote machtige vakbonden die als tegenmacht tegen de werkgever fungeerden en zo zorgden voor betere werkomstandigheden en een hoger salaris.
En die fordistische tijd heeft in de Westerse geïndustrialiseerde wereld een toenemende groei als gevolg gehad. Dus daar wordt in de literatuur vaak aan gerefereerd als het gouden tijdperk van het kapitalisme. Elk jaar meer groei en met die groeiende groei zijn ook de lonen mee gestegen.”
Als in de jaren zeventig iedereen is voorzien van consumentenproducten zoals een tv, een koelkast, een auto, is de markt verzadigd en stagneert na lange tijd de economische groei. Daar bovenop komt een gierende inflatie. De stagflatiecrisis is geboren.
Je hebt het in het stuk over een overaccumulatiecrisis. Wat bedoel je daarmee?
"Vanuit de politieke economie noemen we de grote stagflatiecrisis een overaccumulatiecrisis. Er was een verzadigde markt en het overschotkapitaal van bedrijven kon niet meer winstgevend in de reële productie-economie geïnvesteerd worden om nog meer kapitaal te genereren. Dit noemen we overaccumulatie. Het fordistische productiemodel kon zich niet vanuit zichzelf vernieuwen, dus zocht men naar een uitweg.”
Oftewel, bedrijven hielden geld over, maar innoveren en investeren in nieuwe productiemiddelen deden bedrijven niet, omdat er geen behoefte was aan nieuwe spullen. Mag ik het zo in mijn eigen woorden samenvatten?
“Precies, er was sprake van overcapaciteit en het kapitaal kon niet meer verder expanderen binnen de geografische ruimte, binnen de landsgrenzen. Zo ontstond daar het momentum voor een nieuwe liberale politiek om alle soorten van handelsbarrières af te bouwen.
Dus om een antwoord te vinden op de stagflatiecrisis kreeg de Europese integratie een nieuwe impuls. Overheidsbedrijven werden geprivatiseerd waardoor er nieuwe investeringsmogelijkheden voor het overschotkapitaal gecreëerd werden. Financiële markten werden geliberaliseerd waardoor de toegang tot krediet en speculeren op financiële markten toenam. En met het voltooien van een internationaal handelsverdrag (de Uruguay Ronde van de GATT) en later het oprichten van de Wereldhandelsorganisatie konden bedrijven de productie verplaatsen naar het buitenland, waarmee er tevens nieuwe afzetmarkten gecreëerd werden."
De productie van bedrijven verschoof dus naar lagelonenlanden en zodoende kelderde de loonkosten. Tegelijkertijd met deze processen werden vakbonden in eigen land minder machtig gemaakt of gebroken, wat er tevens aan bijdroeg dat de groei van salarissen achterbleef (ten opzichte van de groei van het BBP, dus in relatieve zin gewoon daalden).
Dubbele winst en bijbehorende macht voor het bedrijfsleven dus.
Maar door deze dalende salarissen hadden burgers minder te besteden en kromp juist de economie. Om vervolgens deze krimp weer te lijf te gaan is men op grote schaal krediet gaan gebruiken. Consumentenkredieten en beleggingsproducten kwamen op en burgers werden door de overheid gestimuleerd om huizen te kopen met geleend geld.
Wat verklaart het succes van deze economische politiek?
"Er kwam wetgeving die het mogelijk maakte dat de maatschappij meer schulden kon absorberen en door deze toename aan schulden kon ook in eigen land de vraag naar producten van burgers weer op peil gebracht worden. Dus dat is ook waarom dit neoliberale kapitalisme een tijdje best wel stabiel was. Er was een oplossing gevonden voor de kwakkelende economie en de verzadigde markt."
Als we nu kijken naar de huidige tijd, wat zie je dan?
“We leven nu in een fase waar heel veel kenteringen tegelijk plaatsvinden. Investeringen in de reële productie-economie blijven ook nu weer achter en de economische groei stokt eveneens al jaren. De grote bedrijven van weleer zijn inmiddels uitgegroeid tot transnationale bedrijven van een onvoorstelbare omvang, met dito machtspositie.
Oftewel, we zitten wederom in een overaccumulatiecrisis. De overschotten van multinationals zijn gigantisch en ook dit keer zoeken ze naar een uitweg. Investeringen zijn daardoor de afgelopen jaren in onproductieve financiële assets (aandelen, derivaten, vastgoed) gaan zitten, niet in research and development, niet in de reële productie-economie.
Het kapitalistische systeem zit dus in een crisis en zoekt wederom naar een uitweg om te groeien, alleen lopen we dit keer tegen ecologische grenzen aan, planetaire grenzen. We kunnen het probleem niet oplossen met groei of met krediet.
Het kapitalisme komt simpelweg aan grenzen."
Tot zo ver! Ik hoop dat je er wat mee kan.
Wat dit gesprek mij heeft gegeven is dat ik hiermee een verhaal heb dat zowel het succes verklaart van het neoliberalisme, als laat zien dat het (hedendaagse) kapitalisme geen houdbaar model is voor de toekomst. Dat het een systeem is dat ons voorspoed heeft gebracht, maar altijd de grens opzoekt en een uitweg zoekt.
Als afsluiter; de belangrijkste lessen die ik trok uit dit gesprek.
Ik ben me sindsdien bewuster van:
De machtsverschillen die inherent zijn aan het kapitalisme. De werkgever is per definitie machtiger dan de arbeider. Daarmee zie ik nu ook beter de maatschappelijke noodzaak van een evenredig sterke tegenmacht, bijvoorbeeld in de vorm van grote vakbonden.
Het feit dat het kapitalistische systeem doorlopend zoekt naar uitwegen om groei te forceren.
Het feit dat verdere groei onhoudbaar is. We lopen dit keer immers tegen planetaire grenzen aan.
Ik begrijp nu beter:
Hoe we wereldwijd in een situatie zijn gekomen met een gigantisch schuldenberg. Onze eigen markt moest op peil gehouden worden en dat kon alleen door schulden te maken.
Dat de winst van een multinational niet één op één winst voor het land van herkomst betekent, maar dat dit meer dan eens ten koste gaat van de lonen van eigen burgers.
Waarom de neoliberale ideologie indertijd door de samenleving werd gezien als een passend antwoord op grote maatschappelijke problemen; de kwakkelende economie en een verzadigde markt. Het zorgde simpelweg voor rust in de tent, op de korte termijn althans.
Dat was 'm voor deze week! Dank voor het lezen.
Wil je me helpen?
Deel ↗️ deze nieuwsbrief en like ❤️ het artikel op sociale media.